Inleiding
In het budgettaire beeld van deze voorjaarsnota zijn de uitkomsten van de meicirculaire (publicatie 31 mei) van het Rijk meegenomen. Dit jaar is de meicirculaire extra relevant met het oog op de loon-en prijscompensatie die we van het Rijk krijgen in relatie tot de hoge inflatie en voor de hoogte van het gemeentefonds vanaf 2026. De raad is daarom op 21 maart geïnformeerd (RIS 314876) dat het college de voorjaarsnota na publicatie van de meicirculaire aanbiedt.
In de verdere begrotingsvoorbereiding worden ook de uitkomsten van de 4-maandsrapportage betrokken die de raad tegelijkertijd met de voorjaarsnota ontvangt. In de 4-maandsrapportage rapporteert het college over de actuele begrotingsuitvoering en het college geeft een prognose af op de lopende jaarschijf (2023) bij ongewijzigde voortzetting van het staande beleid. Hierdoor kan het college in een vroeg stadium sturen op majeure financiële voor- en nadelen.
In het gedeelte nieuwe financieringssystematiek gemeentefonds wordt toegelicht wat de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds betekent voor de gemeente Den Haag. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de afname van het gemeentefonds vanaf 2026 en de nieuwe indexatiesystematiek vanaf 2027.
Budgettair beeld. In dit hoofdstuk zijn de exogene ontwikkelingen in beeld gebracht die de omvang van de begroting beïnvloeden, zonder dat de gemeente hier direct op kan sturen. Knelpunten die (mogelijk) volgen uit de lopende begrotingsuitvoering zijn niet opgenomen. Algemeen uitgangspunt is dat deze knelpunten binnen het beleidsprogramma worden opgelost. Hierbij kunt u denken aan het temporiseren van eigen beleid of de uitvoering of andere inhoudelijke keuzes. Als dat niet mogelijk is, worden deze knelpunten bezien in de verdere voorbereiding van de meerjarenbegroting.
In trend-voor-trend wordt de trend voor trend systematiek toegelicht. In de meicirculaire is opgenomen hoeveel loon- en prijsbijstelling gemeentes ontvangen. Uitgangspunt is dat de loon- en prijscompensatie die we van het Rijk krijgen doorverdeeld wordt naar de begrotingsprogramma's. Ook de overige inkomsten van de gemeente worden met dit percentage geïndexeerd.
In het laatste gedeelte wordt ingegaan op een aantal overige relevante financiële ontwikkelingen. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de inflatie, de motie stabiele financiering GAD, het raadsvoorstel van het presidium voor extra middelen voor programma 1 en de negatieve programmareserves.