Trend-voor-trend

Trend-voor-trend

Jaarlijks past de gemeente de begroting aan voor de ontwikkeling van de lonen en de prijzen (trend) om de begroting op peil te houden. Circa €1,8 miljard van de uitgaven van de gemeente zijn loon- en prijsgevoelig, waarvan circa €1,1 miljard loongevoelig en circa €0,7 miljard prijsgevoelig. De systematiek die we gebruiken voor het indexeren van deze loon- en prijsgevoelige uitgaven noemen we trend-voor-trend, waarbij de trend een compensatie is voor de gestegen kosten. De daadwerkelijke stijging van de kosten zal in sommige gevallen lager en in andere gevallen hoger zijn dan deze compensatie.

De trend van de gemeente wordt gebaseerd op de loon- en prijscompensatie van het Rijk. De loon- en prijsbijstelling van het Rijk wordt uitgekeerd over het trendgevoelige deel van het gemeentefonds (grondslag circa €1,6 miljard). Daarnaast worden de overige algemene dekkingsmiddelen geïndexeerd (grondslag circa €0,2 miljard). Deze beslaan de onroerendezaakbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting, hondenbelasting en precario woonschepen. Deze worden met hetzelfde percentage geïndexeerd als het Rijk gebruikt. De loon- en prijsbijstelling van het Rijk en de extra eigen inkomsten worden vervolgens doorverdeeld naar de loon- en prijsgevoelige uitgaven van de begroting.

Wijziging van systematiek
De trend-voor-trend systematiek zoals hierboven beschreven wijkt af van hoe de trend in voorgaande jaren berekend werd. Voorgaande jaren berekende de gemeente op basis van de inflatiepercentages van het Centraal Planbureau en de ontwikkeling in de cao hoeveel trend nodig was. De benodigde middelen werden vervolgens gedekt met de indexatie van de eigen inkomsten en uit het accres van het gemeentefonds. Het accres bewoog via de ‘trap-op-trap-af’ systematiek mee met de rijksuitgaven.

Sinds 2022 wordt de ‘trap-op-trap-af’ systematiek niet meer toegepast. In plaats daarvan wordt voor de ontwikkeling van het gemeentefonds onderscheid gemaakt tussen de volumeontwikkeling en de loon- en prijsbijstelling. De volumeontwikkeling staat tot en met 2026 vast. De loon- en prijscompensatie die gemeentes van het Rijk ontvangen wordt jaarlijks opgenomen in de meicirculaire. Hierdoor is het niet meer nodig zelf een bedrag voor de loon- en prijscompensatie te berekenen. In plaats daarvan wordt het geld dat de gemeente Den Haag van het Rijk ontvangt een-op-een doorverdeeld naar de programmabegroting.

Voor 2024 wordt de trend-voor-trend systematiek toegepast. Voor 2023 geldt een overgangsjaar.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2023 09:31:34 met de export van 07/03/2023 12:13:03